zaterdag 30 november 2013

The Blues in Liberia


Toen ik in Liberia begon te werken hoopte ik, als groot liefhebber van de blues, dat er in Monrovia iets van de historie van de blues, al dan niet recycled, was terug te vinden. Tenslotte liggen de wortels van de blues in West-Afrika. Hiervandaan zijn in de 18de en 19de eeuwen miljoenen Afrikanen onder erbarmelijke omstandigheden verhandeld en verscheept naar de overkant van de oceaan om daar als slaaf op plantages aan het werk te worden gezet. De blues is ontstaan in het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Al dan niet begeleid door zelfgemaakte instrumenten zongen de slaven de ellende van zich af met teksten die zowel troost, berusting als verzet uitdrukten. Vrouwen en drank waren nooit ver weg. De zoektocht naar de oerbron van de blues leidt weer terug naar West-Afrika, zoals menig wetenschappelijke studie, maar ook de mooie documentaire van Martin Scorsese, ‘Feel like going home’ laten zien. Nu wordt vooral Mali als de bakermat van de blues beschouwd, maar, zo veronderstelde ik, in Liberia zou er toch ook iets te vinden moeten zijn. Temeer daar het land als staat in het begin van de 19de eeuw is gesticht door vrijgelaten Amerikaanse slaven, in wier kielzog gedurende vele jaren duizenden andere zwarte Amerikanen deze kant opkwamen. Maar ze namen de blues niet mee.
Muddy Waters

Muddy Waters

Nu weet ik donders goed dat de witte Europeaan die gek is op blues, vaak tegen beter weten in, een geromantiseerd beeld van de blues heeft, zoals die in de VS nog zou bestaan. Je moet er dus heen om dat zelf te ontdekken: hoe Beale Street in Memphis geheel is vercommercialiseerd, dat het zoeken is naar de speld in de hooiberg om een juke joint in de Mississippi delta te vinden. Dat met name in Mississippi de blues een toeristisch product is met een blues-trail en een paar, overigens heel mooie, musea, zoals het Delta BluesMuseum in Clarksdale. Ah, Clarksdale, waar Muddy Waters, die op een naburige katoenplantage werkte, in de jaren ’40 van de vorige eeuw in het weekend zich als country blueszanger ontpopte. Hij werd ‘ontdekt’ door Alan Lomax, die bij Muddy thuis op het erf de eerste plaatopnamen van hem maakte. Rond 1950 vertrok Waters, zoals zo velen voor hem, met de trein naar Chicago, om daar werk te vinden en zijn muziek verder te ontwikkelen tot de elektrische Chicagoblues, die zou uitgroeien tot de standaard van de moderne bluesmuziek. En de rest is geschiedenis.

Live! The Henhouse Prowlers from Chicago!

Goed, teug naar het bluesloze Monrovia. Hoe verbaasd en aangenaam verrast was ik, toen werd aangekondigd dat The Henhouse Prowlers uit Chicago een aantal concerten in Liberia zouden geven! In provincieplaatsen als Kakata en Gbarnga, maar ook in Monrovia: in de grootste slum van het land West Point (helaas hoorde ik dat pas na het concert, het schijnt een uiterst opwindende gebeurtenis te zijn geweest), maar ook in de strandtent Golden Beach, en op het dak van het chique Grand Royal Hotel.
De band was niet zo maar aan het toeren, zoals ze op hun website schrijven:
'We depart for a month long trip to Africa with the American Music Abroad (AMA) program. We’ll be performing, conducting workshops, collaborating with local musicians, and much more in 4 countries (The Republic of Congo, Liberia, Mauritania, and Niger).  We’re beyond excited and honored to be a part of this once-in-a-lifetime adventure!  Run by the US State Department and American Voices, AMA has a long history of cultural ambassadorship (click here for more information).'

Afgelopen maandag traden The Henhouse Prowlers op in Golden Beach. Onder het golfplaten dak van het overdekte deel van het terras (het regenseizoen loopt op zijn laatste benen) gaf de band voor een uitbundig publiek van zeventig, merendeel (witte) expats, een heel mooi concert. En dat het geen blues was, maar bluegrass, ach een kniesoor die zich daar aan stoort. Hieronder een video van aan fraai nummer, dat ik op YouTube heb gezet. Speciaal voor de lezers van dit blog!


Geen opmerkingen: