zaterdag 17 mei 2014

Bodemschatten voor sociale ontwikkeling


Ik heb al eens eerder een blog gewijd aan de extractive industries in Liberia en de pogingen die NDI ondersteunt om tot een politiek te komen die de opbrengsten van de natuurlijke hulpbronnen op een transparante manier ten goede laten komen aan de sociale ontwikkeling van het land. Liberia, en vele andere landen in Afrika, is rijk aan bodemschatten (ijzererts, diamanten, olie) en kennen een vruchtbare bodem voor talrijke gewassen (cacao, palmolie,  rubberbomen). “How can countries be so rich in mineral wealth and yet so poor?” vraagt het Africa Progress Panel van de VN zich opnieuw af in haar laatste rapport. Het antwoord is snel gegeven: slecht bestuur, corruptie op grote schaal en in het geval van Liberia, een land dat nog steeds de wonden likt van een 12-jarige burgeroorlog. En, voeg ik er aan toe, het waanidee dat buitenlandse bedrijven die de bodemschatten komen ophalen, bijdragen aan de economische ontwikkeling. Als dat het geval zou zijn, zou Liberia het rijkste in plaats van het armste land ter wereld zijn.
Parlementariërs bekijken een rubberboom.


“No region has provided more abundant evidence in support of the resource curse theory than Africa. Countries such as Angola, the Central African Republic, Equatorial Guinea, Liberia and Nigeria have been widely used as case studies to explore the links between resource exports, conflict and poor governance. There are some exceptions, such as Botswana, but they are few. The question at the heart of the debate over the resource curse in Africa is: “How can countries be so rich in mineral wealth and yet so poor?”

African Progress Panel




Parlementaire onderzoekscommissie
Verleden jaar organiseerde ik een parlementaire onderzoekscommissie die het gevoerde beleid ten aanzien van de natuurlijke hulpbronnen in kaart bracht. Er werd gesproken met deskundigen en betrokkenen ministers, vakbonden, en de bedrijven zelf. De bevindingen van de missie logen er niet om. Er is een wirwar van commissies, agentschappen en bureaus die zich allemaal namens de regering met het concessiebeleid bezig houden. En dus is er sprake van een voortdurende bureaucratische stammenstrijd. Het parlement is te zwak om haar kaderstellende en toetsende rol te kunnen uitoefenen. De ministeries zijn onderbemand met ondeskundige ambtenaren om de afspraken die in de contracten zijn vastgelegd op hun uitvoering te controleren. En dus kunnen de buitenlandse bedrijven vrij  ongestoord hun gang gaan. De aanbevelingen in het rapport bevatten een groot aantal voorstellen om hier drastisch verandering in aan te brengen, zoals een forse vermindering van het aantal bureaucratische stammen en een voorwaarden waar concessies aan moeten voldoen om bij te dragen een sociale ontwikkeling. Het rapport zweeft nog steeds ergens in de parlementaire wandelgangen, de leden van missie hebben moeite om na A ook B te zeggen.


Handen uit de mouwen in de workshop
Daar komt hopelijk snel verandering in. NDI traint nu Civil Society Organisations (CSOs) om beter voor hun zaak op te komen en welke manieren er zoal zijn om parlementariërs in beweging te krijgen: praten, lobbyen, actievoeren. Zoals de Natural Resources Management coalitie (NRM), die bestaat uit twaalf  burgergroepen. Deze week organiseerden wij een driedaagse workshop voor zo’n 30 NRM-activisten uit het gehele land in het centraal gelegen Gbarnga, zo’n drie uur rijden vanaf Monrovia landinwaarts. Plaats van samenkomst: het bisschoppelijke Pastoral Center, een uitgestrekte oase van rust en contemplatie in deze chaotische stad.
Maar vergis je niet, zo’n workshop is niet zitten, luisteren en af en toe een opmerking maken. De handen moeten uit de mouwen worden gestoken: in kleine groepen fact sheets maken van de situatie m.b.t. de concessieverleningen in hun regio. Het ontleden van een thans geldend contract dat tussen overheid en bedrijf is afgesloten: wie heeft er voordelen van, welke verplichtingen heeft het bedrijf t.a.v. onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg, hoe staat het met milieumaatregelen, komt er werkgelegenheid voor de lokale bevolking en bovenal: hoe staat het met de naleving, controle en sancties bij nalatigheid? In een andere sessie ontwikkelden de vier regionale NRM-platforms ieder een actieplan: waar focust het platform zich op, hoe worden de banden gesmeed met de communities die om het concessiegebied liggen, welke actiemiddelen worden er ingezet, welke media worden gebruikt, welke parlementariërs worden onder druk gezet om iets te ondernemen? De deelnemers werden bij dit alles deskundig begeleid door Amani Mhinda, een expert uit Tanzania op dit gebied, die ook al eerder de parlementaire onderzoekscommissie had geassisteerd.
De deelnemers aan de workshop
Actieplan
Na drie dagen werken, discussiëren en plannen uitwerken, keerden de NRM-activisten gisteren terug naar hun regio om meteen aan de slag te gaan met de opgedane kennis, vaardigheden,  fact sheets en actieplannen. Om bedrijven en de overheid aan te sporen, dan wel te dwingen, zich aan de gemaakte afspraken te houden. Om te controleren wat er uiteindelijk van terecht komt: wordt die school of kliniek nu echt wel gebouwd? Kunnen er Liberianen aan de slag? En worden ze bijgeschoold?

Met deze werkwijze verzamelt NRM door het hele land verspreide kennis, toetst argumenten en beoordeelt best practices die alle tezamen bouwstof zijn voor het lanceren van een sociale, duurzame concessiepolitiek. Daarmee wordt dan aansluiting gezocht bij het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie, waardoor beide initiatieven elkaar versterken en er op een belangrijk onderwerp iets ten goede kan worden veranderd.   

Geen opmerkingen: