zaterdag 13 februari 2016

Angst en Afkeer in Liberia

Fear and Loathing on the Campaign Trail was de titel van een huiveringwekkende serie artikelen in het Amerikaanse blad Rolling Stone van Hunter S. Thompson over de campagne voor de (Amerikaanse) presidentverkiezingenverkiezingen die in 1972 plaatsvonden. Dezelfde titel (‘Angst en Afkeer’) kan gebruikt worden om de huidige situatie in Liberia te kenschetsen, waar verkiezingen overigens pas in het najaar van 2017 plaatsvinden.



Angstaanjagende oceaan

Vorige week werd op het strand in Monrovia, achter het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ook de president van Liberia, Ellen Johnson-Sirleaf kantoor houdt, het lichaam gevonden van Harry Greaves. Greaves was ex-directeur van de Liberiaanse Petroleum Maatschappij, een staatsbedrijf, en een geharnaste criticaster van belangrijke politieke onderwerpen die hoog op de agenda van de regering staan. Zo voerde hij een half jaar geleden uitgebreid (papieren) actie tegen de privatisering van de Liberiaanse Elektriciteitsmaatschappij en bekritiseerde hij het wanbeleid rond de teloorgang van de National Oil Company of Liberia (NOCAL). Zijn kritiek was vooral gericht op de geld verspillende toplaag van deze bedrijven wier inkomen omgekeerd evenredig was met de wanprestaties die geleverd werden.  Zijn dood houdt nu al een week lang de gemoederen bezig. Hij werd het laatst gezien bij een hotel, een kilometer of 10 verwijderd van de plek waar zijn lijk op het strand werd gevonden. Hij leek te zijn verdronken in de Atlantische Oceaan, maar er waren sporen van geweld. Veel Liberianen en media waren -en zijn- ervan overtuigd dat Greaves vermoord is. Mensen die hem goed kennen, een collega van mij is zijn nicht, sluiten uit dat hij een duik in het water heeft genomen. De oceaan is voor de meeste Liberianen een angstaanjagende plek, trouwens de meesten kunnen ook niet zwemmen.


Bedenkelijke reputatie

Omdat er al eerder bekende criticasters van de zittende politieke elite onder verdachte omstandigheden de dood hebben gevonden, kwam de regering snel in actie. Een Amerikaanse patholoog-anatoom werd ingevlogen, de Amerikaan Thomas Bennett. Volgens de Amerikaanse Billings Gazette heeft deze Bennett een bedenkelijke reputatie en mag hij in Montana geen autopsie meer verrichten. Hij rapporteerde binnen twee dagen dat Greaves verdronken was en dat de sporen van geweld na zijn dood waren ontstaan. De minister van justitie maakte het rapport bekend, maar voegde daar aan toe dat het onderzoek naar zijn dood hiermee niet was afgelopen. Hij zou immers met geweld verdronken kunnen zijn,  dan wel zonder sporen van geweld vermoord zijn en in zee geworpen, dus verder onderzoek is nu in handen van de Liberiaanse politie. Of dat iets oplevert moet worden afgewacht; de politie blinkt hier niet uit in recherche-kwaliteiten om het vriendelijk uit te drukken.

Simeon Freeman
Dodenlijst

In dezelfde week kwam de leider van de Movement for Progressive Change, een oppositiepartij, met een opmerkelijke persconferentie. Simeon Freeman wist te vertellen dat de regering van Liberia een dodenlijst van tien belangrijke politici had opgesteld, waaronder hijzelf, maar bijvoorbeeld ook George Weah (senator en leider van de oppositionele Congress for Democratic Change). Met het oog op de komende presidents- en parlementsverkiezingen zou de regering van plan zijn belangrijke tegenstanders uit de weg te ruimen. Uiteraard baarde deze ‘onthulling’ veel opzien. Freeman werd door de politie uitgenodigd om op het bureau zijn beschuldigingen nader toe te lichten en met wat aanwijzingen te komen. Hij reageerde prompt dat hij alleen zou komen als hij schriftelijke werd uitgenodigd. Daarop rukte een speciale politie-eenheid uit om Freeman uit zijn huis te halen. De omgeving werd afgezet, aanstormende journalisten en fotografen werden hardhandig verwijderd, maar de vogel bleek gevlogen. Sindsdien is Freeman ergens ondergedoken en onvindbaar. De minister van Justitie liet echter doorschemeren dat justitie inderdaad van plan was Freeman in staat van beschuldiging te stellen, vanwege zijn beledigende verklaring en het feit dat hij er tussenuit was geknepen. Hij wilde echter niet zeggen wat de aanklacht precies zou zijn. ‘Schrijf maar op’, zo vertelde hij de verzamelde pers, ‘dat Freeman zich eerst moet melden, dan krijgen jullie de aanklacht te weten’. Nu houdt Freeman van gepeperde uitspraken, waar ik al eerder een blog aan wijdde. Maar deze keer lijkt hij te ver te zijn gegaan. Hoewel de moord op Greaves hem in zijn eigen gelijk zal stijven. Hij schijnt inmiddels Liberia ontvlucht te zijn.

48 uur cel voor minister

Tegelijkertijd is de minister van Financiën, Konneh, verwikkeld in een heftige strijd met de senaat. Zijn staatssecretaris had in een brief meegedeeld dat op het budget van de senaat gekort zou worden. Hoewel parlementariërs in Liberia, een van de armste landen ter wereld, tot de meest verdienenden van deze beroepsgroep ter wereld behoren, ontstaken de senatoren  in woede. Zij vatten dit op als een ongrondwettelijke beledigingen van dit ‘hoge huis’ en riepen de minister ter verantwoording. Deze gaf aanvankelijk geen krimp en verdedigde zijn staatssecretaris. De senaat greep naar het uiterste middel en dreigde de minister met 48 uur opsluiting in de gevangenis; een straf die staat op het moedwillig belemmeren van het werk van de senaat. 

Minister Konneh
De minister verscheen daarop met een team van juristen in de senaat, die de senatoren voorhielden dat de minister de zaak aan de ‘Supreme Court’ zou voorleggen. De dag daarop kwam de minister weer in de senaat, deze keer zonder advocaat, en vroeg de senatoren, desnoods achter gesloten deuren, de kwestie politiek op te lossen. Dat zagen de dames en heren echter niet zitten. De senaat herhaalde het ingenomen standpunt dat de minister voor 48 uur achter slot en grendel zou moeten. De kwestie loopt nog steeds. Robert Sieh, een van de meest spraakmakende journalisten van Liberia en kwelgeest van de politiek elite, nam het op voor de minister en noemde de actie van de senaat ‘rubbish’. ‘Het feit dat iemand je budget wilt korten, betekent niet dat je hem daarvoor moet opsluiten’, aldus Sieh. Hij heeft daarin gelijk. Jammer alleen dat kritische journalisten in Liberia altijd zo voorzichtig zijn met het aan de kaak stellen van de schandalige hoge inkomens van de parlementariërs.

Geen opmerkingen: