zaterdag 2 april 2016

Minister onder druk en parlementariërs met de billen bloot

De afgelopen week gebeurde er van alles in Liberia. De eerste Ebola-dode sinds een paar maanden moest helaas worden genoteerd. In Monrovia, de hoofdstad. Het bevestigt wat velen vreesden: het is erg moeilijk om de heftige Ebola-uitbraak van 2014/2015 voor 100% uit te roeien.

Onderwijsminister onder druk

Het plan van de minister van Onderwijs, Werner, om, weliswaar als pilot, 50 openbare lagere scholen in het land in handen te geven van Bridge International Academies, deed zeer veel stof opwaaien. Boze vakbond van leraren, een scherpe afkeurende reactie vanuit de Verenigde Naties, politieke partijen, kranten (‘Stupid Guy’ Werner) en radioprogramma’s: van alle kanten werd de minister aangevallen. Hij zou het openbare onderwijs, een publieke taak bij uitstek, privatiseren, leraren zouden met tablets uitgerust kinderen les moeten geven wat een te hoog gegrepen technologische sprong zou zijn, ouders zouden 6 dollar per maand moeten gaan betalen enz. 

Werner wordt ingezworen als minister (foto: FrontPage Africa)
De minister verdedigde zich door dit alles te ontkennen: de scholen bleven gratis (wat ze feitelijk nu ook niet zijn), Bridge zou onder de controle van de, overigens nauwelijks bestaande, onderwijsinspectie vallen en het was toch tenslotte maar een pilot. Het is een duivels dilemma. Het onderwijs, en dat wordt alom erkend, is van een erbarmelijke kwaliteit. Om het ‘van binnenuit’ te veranderen vereist een hercules-inspanning. Grootste struikelblok is de kwaliteit en mentaliteit van de leraren, Laagbetaald, ongeschoold, corrupt en liefdeloos voor het vak. Uiteraard geldt dat niet voor allemaal, maar wel voor een zeer groot deel. Het ministerie beklemtoont dat er van privatisering geen sprake is en dat de overheid de kwaliteitsbewaking van de Bridge-interventies ter hand zal nemen. Maar aangezien die kwaliteitsbewaking nu ook al bedroevend is, begrijpt niemand, hoe dat zou moeten gebeuren.

Omweg via Boston

En uiteraard is er een groot gebrek aan geld. De pilot aanpak van Bridge zou voor het eerste schooljaar 2016/2017, inclusief aanloop, 11,7 miljoen dollar gaan kosten. Zo’n 10,3 miljoen dollar daarvan gaat naar Bridge (een multinational uit Boston die in onderwijs ‘doet’) voor een groot scala van te verlenen diensten. Geld dat van donoren moet komen, maar dat volgens de criticasters beter rechtstreeks in het onderwijs gestoken kan worden, in plaats via een omweg in Boston, waardoor veel geld weglekt. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.
In Kenia en Uganda is Bridge al enkele jaren actief. De resultaten zijn bemoedigend, maar er zijn ook twijfels over de aanpak, zoals uit dit artikel van de Engelse Independent blijkt. Of dit artikel uit de Mail Guardian Africa.

Website van Bridge International Academies
Gereedschapskist voor activisten

Er zijn ook goede zaken te melden. Zo produceerde NDI een ‘Step-down Toolkit on Legislative Engagement’. Een mondvol. Het is een handboek waarmee actieve belangen- en burgergroepen zich zelf kunnen trainen om beter onderlegd, met goede actiemiddelen en effectieve strategieën, voor hun zaak kunnen opkomen. Hoe ze parlementariërs onder druk kunnen zetten, de media kunnen gebruiken, een campagne moeten opzetten, buurtbewoners en dorpelingen kunnen organiseren enz. Het handboek is een neerslag van drie jaar NDI-activiteiten op het snijpunt van binnen- en buitenparlementaire actie, waarmee activisten aan de slag kunnen. De gereedschapskist heeft ook een digitaal ‘opbergvak’. Op een CD en USB stick zijn zo’n 70 ‘resource materials’ verzameld: video’s, powerpoint presentaties, werkboeken en allerhande andere les- en actiematerialen, uit alle hoeken van de wereld, die als stimulans en voorbeeld gebruikt kunnen worden. We organiseren de komende maand nog een viertal ‘train de trainers’ bijeenkomsten, waar we in totaal 100 mensen trainen die vervolgens in hun eigen dorp of actiegroep aan de gang gaan het geleerde in praktijk te brengen. Het handboek, met de ruim 70 hulpvaardige bijlagen is ook te vinden op de website van NDI.


Parlementariërs met de billen bloot

Positief is ook dat de ‘parliamentary monitoring’ organisatie IREDD die NDI ondersteunt en adviseert, haar rapport over 2014 heeft uitgebracht, ernstig verlaat door de Ebolacrisis van vorig jaar. Daarin wordt gerapporteerd wat de parlementariërs zoals hebben uitgespookt. Hoe vaak verschijnen ze op hun werk, doen ze in vergaderingen van het parlement hun mond open, dienen ze wetsvoorstellen in, stellen ze kritische vragen aan ministers enz. In Liberia houden de parlementariërs het liefst verborgen wat ze voor hun riante salarissen aan prestaties leveren. Maar nu gaan ze met de billen bloot. Het openbaar maken van hun activiteiten draagt bij aan de broodnodige transparantie, informeert kiezers over wat er met hun stem gebeurt én kan hen helpen met het uitbrengen bij een volgende stem. Het rapport over 2014 werd op een goed bezochte persconferentie gepresteerd, waarna het veel publiciteit genereerde. Het rapport over 2015 volgt volgende week. Wat naar verwachting een nog grotere publicitaire en politieke klap zal opleveren is de lancering van de ‘Liberian Lawmakers Watch’ website, eind april, waarop alle verzamelde informatie over de parlementariërs op toegankelijke wijze wordt gepresenteerd. Op dit moment werk ik hard met stafleden van IREDD om de website af te krijgen. De bèta-versie is al in de lucht, maar nog ‘under construction’. Het 2014 rapport, dat uiteraard verwerkt is in de digitale ‘scorecards’ van de individuele parlementariërs, is ook integraal op de website te vinden.



Geen opmerkingen: