maandag 28 augustus 2017

984 kandidaten op jacht naar 73 zetels

Behalve presidentsverkiezingen vinden er in Liberia op 10 oktober ook parlementsverkiezingen plaats. Kort lesje staatsinrichting. Liberia, gesticht door slaven die om uiteenlopende redenen mochten/moesten terugkeren naar het continent van hun voorouders en op de Afrikaanse westkust belandden, is gemodelleerd naar de staat van hun Amerikaanse meesters en onderdrukkers. Een presidentieel systeem met een Huis van Afgevaardigden en een Senaat. Er zijn 73 representatives die het Huis bevolken en de Senaat telt 30 leden. Elk van de 15 provincies kiest twee senatoren, of het nu het dichtbevolkte Montserrado is (1,5 miljoen inwoners), waarin de hoofdstad Monrovia ligt, of Grand Kru met ca. 58.000 inwoners. Onze indirect gekozen Eerste Kamer is daarbij vergeleken nog een parel van representatieve democratie. De senatoren zitten maar liefst 9 jaar, waarbij iedere Senaatsverkiezing, één senator per provincie wordt gekozen. Er vinden dus 2 keer in 9 jaar ‘halve’ Senaatsverkiezingen plaats. In 2014 voor het laatst, in 2019 vindt de volgende plaats. Op 10 oktober worden de 73 reps in één ronde gekozen. Het land is opgedeeld in 73 kiesdistricten, alle met ongeveer evenveel kiesgerechtigden: wie de meeste stemmen haalt, mag zich honorable noemen en zes jaar hun zetel bezet houden. 


 984 kandidaten voor 73 zetels

Er hebben zich 984 kandidaten gemeld voor deze 73 zetels, de meesten op naam  van een partij. Maar ook negentig onafhankelijke kandidaten doen een gooi naar het (te) goed betaalde Kamerlidmaatschap. Het Alternative National Congress (ANC), dat voor het eerst meedoet aan nationale verkiezingen, heeft in 69 districten een kandidaat gesteld, gevolgd door de Liberty Party (LP) met 68 kandidaten. De grootste oppositiepartij Coalition for Democratic Change (CDC) doet het met 67 kandidaten, Unity Peoples Party (UPP) met 62 en de regerende Unity Party  stelt in 56 kiesdistricten een kandidaat. Daarnaast is er nog een aantal kleinere partijen dat een gok waagt. In totaal doen er 25 partijen aan de verkiezingen mee. In de kieswet is opgenomen dat de partijen de inspanningsverplichting hebben om ten minste 30% van de kandidaten vrouw of man te laten zijn. Dat is niet gelukt. Slechts 16% van de kandidaten is… een vrouw. Tot zover de cijfers.


 Jongste kandidaat voor de oudste partij

Achter deze cijfers gaan kandidaten met ambities, hooggespannen verwachtingen, idealen en meestal goede bedoelingen schuil. Ik sprak de afgelopen weken met een stuk of tien kandidaten. Het is de bedoeling dat mijn team tot de verkiezingen in ieder geval met één kandidaat uit elk van de 37 districten die wij bestrijken, spreekt. Van grote en kleinere partijen, mannen en vrouwen, kandidaten uit de provinciehoofdsteden en uit dorpen in de bush. Het eerste wat opvalt is dat iedereen vol goede moed is. Iedere kandidaat die ik spreek is actief geweest in zijn of haar regio. Heeft boeken voor scholen aangeschaft, hulpmiddelen aan klinieken geschonken, of een machine voor de verwerking van cassave geschonken aan een dorp. Praktisch alle zittende parlementariërs doen ook mee. In een enkel district krijgen we te horen dat hij of zij goed werk heeft verricht, regelmatig uit Monrovia is teruggekeerd en enkele concrete zaken (een brug, een school, een kliniek)  heeft geregeld. Het aantal tegenkandidaten is dan doorgaans niet groot. Maar als het zittende Kamerlid er een potje van heeft gemaakt, en dat is volgens de meesten die wij spreken vaak het geval, kan het aantal tegenkandidaten wel oplopen tot zo’n 25.
Het zijn leuke gesprekken. Met de jongste kandidaat van het land, 25 jaar oud, die uitgerekend kandidaat staat voor de oudste partij, de True Whig Party (TWP), die tot 1980 Liberia als een éénpartijstaat regeerde. De TWP stelt nog in 30 districten een kandidaat, maar die worden overal als kansloos beschouwd. Toch is hij vol goede moed als wij hem in zijn donkere, vervallen en stroomloos partijkantoor spreken. Hij heeft immers een eigen NGO die veel voor jongeren uit zijn district heeft gedaan. In schril contrast hiermee staat de vrouwelijke kandidaat die wij in een uitstekend geoutilleerd kantoor ontmoeten. De computer in aanslag, en formulieren bij de hand waarop de namen en contactgegevens van iedere kiezer staan genoteerd die haar campagnemedewerkers, meest jonge vrouwen, hebben gesproken, zodat ze vlak voor de verkiezingen nog eens benaderd kunnen worden. Zij is een onafhankelijke kandidaat, wil niet in een partijhokje geduwd kunnen worden.


 Vurig verlangde ontwikkeling

Alle kandidaten benadrukken dat ze hopen op vreedzame verkiezingen. Ze zijn vooral bezig om zichzelf te promoten door van dorp naar dorp en van deur tot deur te gaan. Een programma hebben de meesten (nog) niet. Maar programma’s spelen nauwelijks een rol in de verkiezingen. Het zijn de persoonlijke contacten, de familie- en stamverbanden en de gefinancierde goede doelen die een rol spelen. Dat is de traditie van politiek bedrijven; een traditie die ervoor zorgt dat de kandidaten met het meeste geld goed scoren, de tribale kaart spelen wordt beloond en loyaliteit op oneigenlijke gronden wordt afgedwongen.
Maar, zo meen ik te kunnen zien, er is een kentering gaande. Er zijn partijen die het opwarmen van een stammenstrijd verwerpen. Er zijn kandidaten die benadrukken dat het niet de taak is van een volksvertegenwoordiger om kiezers met de spreekwoordelijke kralen en kettingen te lijmen, maar om hun werk in het parlement naar behoren te doen, dat wil zeggen de door iedereen zo vurig verlangde ontwikkeling (goed onderwijs, gezondheidszorg, werk, elektriciteit, hygiënische woonomstandigheden) in gang te zetten. En er zijn steeds meer kiezers die op bijeenkomsten vragen dat politici zich verantwoorden voor hun daden en hun bereidheid testen om hun salarissen te verlagen. Want Liberia mag dan wel een van de armste landen er wereld zijn, de parlementariërs behoren tot de best betaalden ter wereld.

Geen opmerkingen: